Toen Adam en Eva uit de hof van Eden werden verdreven velde de Heer een vonnis over hen. Velen hebben dit vonnis als iets vreselijks gezien terwijl het eigenlijk een zegen was. Ik weet niet eens of het wel als een straf gezien kan worden. Als de mensen de zaligheid en de verhoging willen bereiken dan moeten zij in deze wereld een sterfelijk lichaam aannemen en bovendien de ervaringen en de scholing opdoen die alleen in de sterfelijkheid mogelijk zijn.
De Heer heeft gezegd dat zijn grote werk en heerlijkheid is ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’. (Mozes 1:39.) Daaruit leren we dat onsterfelijkheid en het eeuwige leven niet hetzelfde zijn. De gave van het eeuwige leven, die uitsluitend onder bepaalde voorwaarden aan ons beloofd wordt, is zoveel groter dan de gave van onsterfelijkheid. Onsterfelijkheid houdt in dat wij in een opgestane toestand voor altijd leven, en door de genade Gods krijgen alle mensen deze oneindige voortzetting van het leven. Maar alleen zij die zich aan de volledige evangeliewet houden, beërven het eeuwige celestiale leven. Het is “de grootste van alle gaven Gods”, want het is de soort, de toestand en de kwaliteit van leven die God zelf geniet. Dus zij die het celestiale eeuwige leven ontvangen, ontvangen de verhoging; zij zijn zoons van God, mede-erfgenamen van Christus, leden van de kerk van Jezus Christus de Eerstgeborene; zij overwinnen alles, hebben alle macht en ontvangen van de Vader een volheid’.
Zonder sterfelijk leven zou deze grote zegening niet verwezenlijkt kunnen worden. Daarom worden er werelden geschapen die met de kinderen van God bevolkt worden en wordt hun het voorrecht vergund om het sterfelijk bestaan door te maken, terwijl zij in het bezit zijn van de grote gave van de vrije wilsbeschikking. Met deze gave kiezen zij het goede of het kwade en verkrijgen zij aldus een beloning naar verdienste in de toekomstige eeuwigheden.
Daarom is het belangrijk dat zendelingen een juist begrip hebben van de val want het is heel belangrijk dat juist de niet-leden en onderzoekers deze leer gaan begrijpen. Het Boek van Mormon leert ons dat een goed begrip van de val de mens laat zien dat hij de verzoening van Jezus Christus nodig heeft. (Zie Mosiah 3:19.) De behoeft aan een Verlosser kan nooit goed begrepen worden zonder een juist begrip van de val want zonder de verlossing zou het mensdom verloren zijn geweest.
Indien Christus niet zou zijn gekomen als zoenoffer om ons te verlossen van de situatie waarin Adam en Eva na de zonde val in terecht gekomen waren en waardoor ook het gehele mensdom in terecht gekomen was/is, dan zou de dood gekomen zijn waarbij het lichaam terugkeerde tot het stof vanwaar het gekomen was en de geest van de mens zou gegaan zijn naar het rijk waar satan heerschappij voert en voor altijd aan hem onderworpen zijn geweest. De gerechtigheid eiste dus dat de verbroken wet hersteld werd. De gerechtigheid vereiste dat door leven te offeren Adam en zijn nageslacht teruggebracht werden in de tegenwoordigheid van God. Er is in deze wereld nimmer een zonde waar geen voldoening voor werd of hoeft te worden gedaan want als de mens zondigt moet dat hersteld worden of er is een straf vereist waardoor de schuld wordt betaald en dit is mijn getuigenis in naam van Jezus Christus. Amen.
Jan, kom op. Nu weer even normaal doen.
“Ik weet niet eens of het wel als een straf gezien kan worden. ”
Ik weet het wel! Straf en God gaan niet samen.God kent alleen maar liefde.Omdat liefde waarheid is.Straf komt niet voort uit liefde en kan derhalve nooit van God zijn.
Kees Schilder. Het kan zeer pijnlijk zijn voor God wanneer Hij ziet dat zijn kinderen door de banden der zonde gebonden zijn. God haat de zonde maar zijn kinderen niet en zo behoort een ‘heilige der laatste dagen’ ook te zijn.
Banden der zonde bestaat niet. Hoe zou dat ook kunnen. Jezus stierf aan het kruis om onze zonden te vergeven.Dus zonden bestaan niet.Bovendien kent God het begrip pijnlijk niet. Pijnlijk heeft niets met liefde te maken en dus niets met waarheid. En aangezien God uitsluitend waarheid waarneemt omdat daarnaast niets bestaat, laat hij het begrip pijnlijk maar aan ons over zolang wij daar in geloven.Zodra wij ontwaken uit de illusie die wij leven noemen, en wij ontwaken als wij de waarheid waarnemen i.p.v.de illusie, sluit God zijn Zonen en dochters in zijn armen.
Dag Kees Schilder,
Mensen die in God en Jezus Christus en zijn herstelde evangelie geloven, zich laten dopen door iemand met het juiste priesterschapsgezag en zich aan de geboden en verordeningen van God houden, in dat geval kan ik met je mee gaan. Maar mensen die dat niet doen daar kan Jezus Christus toch geen verzoening voor gedaan hebben?
We leven toch in een goddeloze wereld van ‘pas op, zorg dat je niet gepakt wordt’? Dat zijn toch allemaal mensen die door de banden der zonde gebonden zijn. Ze kunnen het niet laten.
Jezus deed verzoening voor iedereen, niemand uitgezonderd.Want Jezus is liefde en liefde kent geen uitzondering.Uitzondering is een uitvinding van de mens.. Herinner je de man die naast hem aan een kruis hing en een moordenaar was.. Herinner je zijn woorden: heb een ander lief zoals jezelf. En met een ander bedoelde hij iedereen, NIET hij wel en hij niet.
En ja, wij leven letterlijk in een Goddeloze wereld want God heeft niets van doen met deze wereld omdat deze wereld een illusie is van de mensheid..Een mensheid die denkt afgescheiden te zijn van God. Zodra wij ontwaken uit deze illusie zullen wij ons weer bewust zijn van God. Intussen gaf hij ons de Heilige Geest om de weg uit de illusie te vinden. Verbindt je met de Heilige Geest en hij .zal je naar God leiden.
Dag Kees Schilder,
In een openbaring die in maart 1830 aan de profeet Joseph Smith is gegeven, krijgen we enigszins een beeld van dit lijden als de Heiland zelf verklaart: ‘Want zie, Ik, God, heb deze dingen voor allen geleden, opdat zij niet behoeven te lijden als zij zich bekeren; maar als zij zich niet bekeren, moeten zij lijden zoals Ik; welk lijden Mij, ja, God, de grootste van allen, van pijn deed sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest deed lijden — en Ik wilde dat Ik de bittere beker niet behoefde te drinken, en kon terugdeinzen. (LV 19:16–18). En dit is mijn getuigenis in naam van Jezus Christus. Amen.